In Leipzig of in Brussel, Sara verplaatst zich met de fiets
Toen ze vier jaar geleden vanuit Duitsland in Brussel kwam wonen, bracht Sara haar fiets mee. Ik kom uit Leipzig en studeerde in Dresden. Dat zijn steden waar veel wordt gefietst. Dat is daar de normaalste zaak van de wereld. Hier krijg ik vaak opmerkingen als: « Oh, je bent met de fiets! Het heeft hier nog iets bijzonders. Maar voor mij is fietsen de makkelijkste manier om me te verplaatsen, vooral in Brussel. Het gaat sneller dan te voet, via het openbaar vervoer of met de auto », beseft ze.
« Het gaat sneller dan te voet, via het openbaar vervoer of met de auto »
Elke dag rijdt ze met de fiets naar het werk: Van Sint-Gillis naar Troon. « Dat is maar drie kilometer, en daar doe ik een kwartiertje over », zegt ze bijna verontschuldigend. « Vroeger moest ik een grotere afstand overbruggen voor mijn studentenjob in Evere ».
Sara is 28 en heeft zelfs geen abonnement voor het openbaar vervoer. Ze neemt enkel de metro naar het werk als het pijpenstelen regent. Ze heeft daarentegen wel een Villo-abonnement. « Daar maak ik gebruik van als ik uitga met vrienden die geen fiets hebben », vertelt ze. Zo hoeft ze haar fiets in de loop van de avond niet te verplaatsen. Ze heeft zelf geen auto, maar wel een Cambio-abonnement. Al met ze toegeven dat ze dat nooit gebruikt: « Enkel om, bijvoorbeeld, meubels te verhuizen », verduidelijkt ze.
Boodschappen doet ze ook met de fiets, gewapend met een rugzak. « Ik overweeg wel de aankoop van fietstassen », oppert ze.
Aan wie vindt dat Brussel te heuvelachtig is om te fietsen, antwoord ze: « Er zijn hoogteverschillen, dat is waar, maar het blijft doenbaar. Wie de stad een beetje kent, kan zijn route aanpassen om bepaalde hellingen te vermijden ». En aan wie vindt dat fietsen niets voor vrouwen is, vertelt ze: « Sommige vrouwen zijn bang om zwetend op het werk aan te komen. Ik fiets maar 15 minuten, daar zweet je niet op ».
« Hiet is een makkelijke manier om aan sport te doen »
Voor Sara is fietsen een makkelijke manier om aan sport te doen: « Naast fietsen, beoefen ik geen andere sporten ».
Toch vindt ze niet dat maar weinig vrouwen met de fiets rijden. « Vóór het werk staat een verkeerslicht dat nooit op groen staat als ik aankom. Terwijl ik wacht, kijk ik een beetje rond. En eigenlijk zie ik best veel vrouwen op de fiets. Vanochtend waren het er zes, tegenover één man. Omdat mijn werk in de Europese Wijk ligt, komt dat misschien omdat de vrouwen daar afkomstig zijn uit landen met een grotere fietscultuur ». Op haar werk (in het Goethe-Instituut) heeft ze veel Duitse collega's, onder wie er heel wat met de fiets rijden.
Haar vriend (een Brusselaar) fietst ook. « Ik denk dat dat mijn invloed is », glimlacht ze. « Zijn werkgever betaalde zijn abonnement voor het openbaar vervoer, maar dat gebruikt hij tegenwoordig niet meer ». Hij krijgt nu een beetje geld als tussenkomst in het onderhoud van zijn fiets. De twee fietsen van het stel staan (op voorstel van de eigenaar van het gebouw) in de inkomhal. 'Op basis daarvan, besloten we de flat te nemen », voegt ze eraan toe.
Een artikel van Violaine Jadoul