Accepteert u het gebruik van cookies om een ​​betere ervaring op onze website te garanderen ?

Lees verder
Dsf4338
8

Céline en Florent, allebei verliefd op de bakfiets

Vorige artikel
6

Abdelillah, de elektricien die een dienstverlening met nuluitstoot aanbiedt

Volgend item
Bbb April16 Electricien 018
Bbb April16 Cluut 008
07

Op het Ursulinenplein is er geen BMX-club, maar wel één grote «familie»

Mochten ze kunnen, zouden ze de hele dag BMX rijden. Zelfs op vakantie nemen ze die mee. « Dat moet, anders word ik depressief », vertelt Ludo (33). « Als je zonder je fiets onderweg bent en een plekje tegenkomt, probeer je te onthouden dat je daar zeker met je fiets heen moet ». Op vakantie of in Brussel: zijn BMX laat hem niet los. « Tijdens wandelingen zie je hellingen en trappen. Het is een ziekte, maar op die manier vind je natuurlijk wel de leukste plekjes ». Hij rijdt nu al acht en een half jaar BMX. Zijn passie staat op zijn lijf geschreven, tot op zijn vingertoppen en in getatoeëerde letters: « Ride my Bike ».

Ludo heeft geen auto: hij verplaatst zich altijd en overal met de fiets. Hij hoopt zijn passie op zijn twee kinderen over te dragen. De jongste is nog maar een paar maanden oud, maar de oudste heeft al een eigen fiets.

Om zijn sport te beoefenen, sluit hij op het Ursulinenplein aan bij andere riders. Ze vormen wel geen club, maar iedereen kent elkaar. « Toen ik begon, waren we met minder dan tien. Vandaag zijn we met vijftig » bevestigt hij.

Loufti (45) reed als puber BMX. Vandaag brengt hij zijn zoon Rayane (12) mee naar het Ursulinenplein. « Toen Rayane vier was, zat hij al op een BMX. Hij leerde het bij Jimmy Van Belle, een voormalig wereldkampioen BMX », vertelt hij trots.

« Komt een nieuweling hier voor het eerst, dan coachen we die »

Rayane is een van de jongsten, maar als Carlito (19) naar het skatepark gaat, vraagt hij hem graag mee. « Leeftijden spelen geen rol », vindt Ludo. Het niveau ook niet: « Komt een nieuweling hier voor het eerst, dan coachen we die. Iedereen kent trucs, en die geven we door. Op een dag heb ik zelfs fietsles gegeven in ruil voor tatoeages », herinnert Ludo zich.

« Als je naar het skatepark komt en merkt dat je dezelfde sport beoefent, maak je vrienden »

Carlito is met BMX begonnen toen hij anderen aan het werk zag. « Ik zag een gast rijden en nam me voor om dat ook te gaan doen. Ik heb het geleidelijk aan geleerd », legt hij uit. Dat was ook zo voor Logan (18). Hij rijdt intussen drie jaar BMX, maar kwam pas een jaar geleden vanuit Frankrijk in België aan om hier te studeren. « Als je naar het skatepark komt en merkt dat je dezelfde sport beoefent, maak je vrienden. De ouderen hebben me hun kneepjes geleerd. We hebben respect voor elkaar en maken om de beurt gebruik van de bowl. We zijn één familie. En net als in elke familie, duiken er soms problemen op ».

« Er is te weinig BMX-infrastructuur in Brussel »

De hele « familie » is het over één ding eens: er is te weinig BMX-infrastructuur in Brussel. « Mijn zoon noemt het Ursulinen skatepark een mini-park. De riders willen wel eens elders rijden, omdat ze hier telkens dezelfde rondjes draaien. Je doet de hele tijd hetzelfde. Vroeger was er een skatepark in Laken, maar dat is dicht. En het Planet Park in Anderlecht is niet geschikt voor BMX », vindt Loufti.

« Brussel is een hoofdstad, maar heeft niet eens een degelijk skatepark », beaamt Logan. « Het is te klein, en de bochten liggen te dicht bij elkaar. In Luxemburg, in de buurt van waar ik vandaan kom, is er een stadje met een beter skatepark dan hier ».

« Toch komen toeristen hier vaak foto's van ons nemen. We maken reclame voor Brussel en worden daar niet voor bedankt », besluit Ludo. Op zoek naar meer ruimte en naar contacten met andere riders, neemt hij deel aan wedstrijden in Luik, Vlaanderen en zelfs Spanje. Mochten ze kunnen, zouden ze de hele dag BMX rijden.

Een artikel van Violaine Jadoul

Foto's van Jonathan Borms